De NS
serie 2600 was een serie van zes zesassige
diesellocomotieven die tussen
1953 en
1958 bij de
Nederlandse Spoorwegen werden ingezet.Zij werden gebouwd door
Werkspoor, met motoren van Stork-Thomassen. De locomotieven waren aanvankelijk blauw, zoals de laatste
1100-en, en nadien waren enkele roodbruin geschilderd, zoals de
2200-en en
2400-en die in dezelfde periode in dienst kwamen. In eerste instantie zouden de locs genummerd worden met 801-806. Een maand na aflevering van de 801 werd echter besloten de serie om te nummeren naar de 2600-serie. Dit omdat niet-
rangeerdiesellocs in de 2000-serie moesten rijden.Hun bijnaam was "Beelen" naar de gelijkenis met de
KVP-politicus
Louis Beel, die een hoog voorhoofd had waaraan de voorzijde van deze locomotieven deed denken. De locomotieven waren speciaal gebouwd voor het reizigersvervoer voornamelijk in het zuiden van
Nederland, om de reizigersdiensten zo snel mogelijk zonder
stoomlocomotieven te kunnen rijden. Ze werden voornamelijk ingezet op de lijn
Eindhoven –
Venlo. Na elektrificatie van deze lijn in
1956 hebben ze nog goederentreinen getrokken. Door hun zware langzaam lopende tweetakt-scheepsdiesels en generator voor de treinverwarming waren ze hiervoor echter niet goed geschikt. Werkspoor heeft nog voorgesteld om de dieselmotoren te vervangen door een eigen sterker type, maar dat is niet doorgegaan.Vanwege het grote aantal defecten zijn de locomotieven al vijf jaar na ingebruikname buiten dienst gesteld en in
1960 werden alle locomotieven gesloopt. Een aantal herbruikbare onderdelen werden opgeslagen en later gebruikt om de van
British Rail overgenomen serie
1500 aan te passen voor de Nederlandse omstandigheden.